LED-verlichting is de afgelopen jaren een standaard geworden dankzij de energiezuinigheid, lange levensduur en veelzijdigheid en compacte vormen. Er zijn toestellen die rechtstreeks op netspanning 230V AC werken , maar ook toestellen waarvan je de driver afzonderlijk moet voorzien worden. Om het beste uit LED-verlichting te halen en de levensduur te bevorderen is het echter cruciaal om te begrijpen hoe ze correct aangestuurd moeten worden. Bij de installatie en werking van LED’s komen twee belangrijke aandrijfmethodes naar voren: constante spanning en constante stroom. We krijgen vrij regelmatig vragen over beide principes. Naast de aansturing op zich moet ook de draadsectie en de kabel afstanden gerespecteerd worden.
In deze blog leggen we de basisprincipes van beide methodes uit. De techniek die moet toegepast worden is afhankelijk van type led verlichting en voorschriften van de fabrikanten die je meestal kan terug vinden op de technische fiches. Bij bepaalde armaturen heb je de mogelijkheid om het toestel aan te sturen op verschillende stromen om zo de output in te stellen. Dit helpt je om de juiste keuzes te maken voor een optimale LED-prestatie en levensduur.
Via bovenstaande links kan je de blog principe schema’s gratis downloaden om een gedetailleerder beeld te krijgen van beide aansturingsmethodes.
Constante spanning
Constante spanning betekent dat de driver zorgt voor een stabiele uitgangsspanning, terwijl de stroom door de LED’s kan variëren. Dit type aansturing wordt vaak toegepast bij LED-strips en modules, waarbij meerdere LED's parallel worden aangesloten. Waarom is dit belangrijk? Omdat het een eenvoudige en efficiënte manier is om grotere systemen aan te sturen zonder in te boeten op de flexibiliteit.
Constante stroom
Bij constante stroom ligt de nadruk op een vaste stroom die door de LED’s in serie aangesloten wordt gestuurd, terwijl de spanning kan variëren afhankelijk van het aantal en type LED’s in het circuit. Deze methode wordt vaak gebruikt voor high-power LED’s waar een nauwkeurige controle van de stroom belangrijk is om oververhitting en schade te voorkomen.
Hier moet ook opgepast worden met Hot Plugged. Bij sommige installaties worden er stroom gestuurde leds aangesloten op een driver met constante spanning, maar dit raden we af. Beide methodes hebben hun unieke toepassingen en voor- en nadelen. Welke methode de juiste is, hangt af van de LED-configuratie van de fabrikant. Voor meer technische details kun je de gedetailleerde principe schema’s downloaden via de links hieronder. Met deze schema’s krijg je een compleet overzicht van de technische opzet en werking van beide methodes, wat je helpt om de juiste driver en configuratie te kiezen voor jouw LED-project.
Voor meer informatie en ondersteuning, neem contact met ons op.
Credits foto : unknown