Shape

Blue Light Hazard enkele aanbevelingen

Blootstelling aan licht houdt fotobiologische risico’s in voor de huid (verbranding, erytheem, kanker), het hoornvlies (hoornvliesontsteking), de ooglens (katarakt) en het netvlies (katarakt, verlies van gezichtsvermogen). Het risico op beschadiging van het netvlies wordt “Blue Light Hazard” genoemd, wat verwijst naar de blauwe lichtstraling die vervat zit in het spectrum van elk type lichtbron. Blauw licht is het meest aanwezig in ledlampen (koud en neutraal wit), natuurlijk licht en ontladingslampen.

Om de fotobiologische risico’s gelinkt aan Blue Light Hazard te beperken, worden voor eender welk type verlichting de volgende zaken aangeraden:

  • Kies voor lampen die volgens de norm EN 62471 in categorie RG0 of RG1 zitten voor het risico op Blue Light Hazard. Deze producten vertonen geen of slechts een laag risico op van beschadiging van het netvlies.
  • Geef de voorkeur aan warme of neutrale lichtbronnen, waarvan de kleurtemperatuur lager is dan 4500 Kelvin. Voor deze lichtbronnen is de component blauwe lichtstraling minder uitgesproken dan voor lichtbronnen met een koude kleurtemperatuur.
  • Ga voor lichtbronnen met een heel goede kleurweergave (IRC of Ra zo hoog mogelijk). Voor deze lichtbronnen is het spectrum doorgaans evenwichtiger verdeeld over de verschillende golflengtes, waardoor het gebruik ervan de risico’s die gelinkt zijn aan overmatige blootstelling aan blauw licht mogelijks minimaliseert.
  • Vermijd het risico op direct zicht op lichtbronnen door de voorkeur te geven aan verlichtingstoestellen die voorzien zijn van een geschikte optiek.
  • In het geval van vervangingslampen kan je opteren voor lampen waarin een opaalachtig of diffuserend materiaal gebruikt wordt, waarmee direct zicht op lichtbronnen met hoge helderheid vermeden wordt.
  • Beperk de duur van directe blootstelling aan straling van heel hoge intensiteit.
  • Kijk niet rechtstreeks in lichtbronnen om te vermijden dat het oog wordt blootgesteld aan straling van heel hoge intensiteit.

Voor personen die werken met/aan verlichtingstoestellen (bv. elektriciens die belast zijn met het onderhoud van verlichtingsinstallaties, technici bij lichtspektakels,…) worden in het bijzonder de volgende zaken aangeraden:

  • Beperk zoveel mogelijk direct zicht in de lichtbronnen.
  • Draag een bril met gele of oranje glazen, waarmee blauwe straling wordt tegengehouden.

Kinderen jonger dan 2 jaar, personen zonder ooglens en mensen die lijden aan bepaalde netvliesaandoeningen vormen een groep die bijzonder gevoelig is aan de risico’s van Blue Light Hazard en waaraan dus extra aandacht moet besteed worden.

Bron: Belgisch Instituut voor Verlichtingskunde